Houston - San Antonio - Alpine - Terlingua & The Big Bend
18 februari 2018 - Houston, Texas, Verenigde Staten
Hamlampjes van ons,
Allereerst onze oprechte excuses voor het lange wachten. We hebben een ontzettende lange en mooie roadtrip gemaakt, en moesten daar even een paar daagjes van bijkomen.
Na het drama van die maandagnacht, hebben we uitgebreid een dagje niks gedaan. Lekker beetje hangen bij het hotel, FaceTimen met papa, beetje gezwommen, meerdere middag dutjes gedaan e.d.
Op woensdag ochtend zijn we opgestaan om 6 uur in de ochtend. Hoe het er precies uit ging zien wisten we nog niet. We hebben gewoon een rugzak meegenomen met schone kleren en zijn gaan rijden. De bestemming was The Big Bend. Dit was een reis van 10 uur. Voor ons duurde die nog iets langer. Pascal had namelijk een route uitgezocht waarbij je binnendoor gaat en niet via de snelweg.
We zijn eerst naar San Antonio gereden. We hadden van tante Corry gehoord dat we daar The Riverwalk en The Alamo moesten bezoeken. Godsgeschenk, het lag allebei recht naast elkaar. Twee vliegen in 1 klap. The Alamo was leuk om even te zien, maar vooral The Riverwalk was heel knus, gezellig en mooi! Heel veel restaurantjes en leuke winkeltjes. We hebben er een kleine 2 uur gespendeerd en zijn toen weer in de auto gestapt.
Route 90 ging het worden. We kwamen meteen al door de ghetto van San Antonio. Een hele beleving kunnen we jullie vertellen. Toen we door de sloppenwijken waren werd het al snel erg rustig. En met rustig bedoelen we....stil. Extreem rustig. In eerste instantie kwamen er nog stadjes en reden er meerdere trucks op de weg. Het duurde steeds langer voordat we weer door een stadje reden en de trucks op de weg? Nee, die waren ook verdwenen. Maar wat we zagen jongens? Ongelofelijk. Bergen, rotsen, woestijn en een hele hoop exotische dieren. Vlak voordat we echt echt van de radar gingen verdwijnen hebben we snel voor $50 een motel geboekt vlakbij The Big Bend. Twee bedden en zo dichtbij. Goeie deal toch? Uren hebben we daarna gereden. In stilte. Muziek op de achtergrond en gewoon gereden. Gereden en gekeken. Eens in de zoveel tijd gooide Pas de auto aan de kant van de weg en rookte we een sigaretje. Het duurde niet lang voordat onze service van de telefoon verdween. En we overdrijven niet als we zeggen dat het serieus als het einde van de wereld voelde. We bleven rijden en zagen de zon ondergaan. Of nou ja, ondergaan? We reden een bocht door en het was donker. De temperatuur was ook meteen met 20 graden gezakt.
Toen werd het wel heel donker. En we waren er nog steeds niet. Eerlijk? Dan poep je wel een beetje in je broek. Pascal begon moe te worden, en kijken werd steeds lastiger. We wilde ook niet meer zomaar ergens stoppen. Langs de kant van de weg hadden we al bordjes zien staan met dat er herten kunnen overlopen. Maar wij hadden al die tijd nog niks gezien. We hadden een goed gesprek. Over veiligheid en over dat ik het spannend vond dat er geen signaal was en het oneindig leek. We praatte er wat over. Veiligheid is immers iets wat je zelf voelt. Iets wat je zelf creëert. Die zin was nog niet uitgesproken of recht voor onze bakkus stond plotseling een hert. Met geweien en al. Super trots stond ie daar, midden op de weg. Het scheelde een haartje, en we overdrijven hier niet. Pascal remde en reed om het beest heen, hij heeft hem zelfs niet aangetikt. We reden op dat moment 80 mile per uur en jullie mogen zelf uitrekenen hoeveel km dat was. We schrokken ons kapot. En we hadden het gehad nu. Snel naar dat motel en dan morgen maar weer verder zien.
Eindelijk kwamen we een uur later aan bij ons motel. Of nouja, motel? Het viel al zowat uit elkaar als je ernaar keek en er leken ook wat ongure types rond te lopen. Toen we dan eindelijk in onze kamer kwamen en de junken boven ons hoorde feesten wisten we het zeker: Als we hier levend uit zouden komen hadden wij in ieder geval een goed verhaal. We hebben serieus met het licht aan geslapen. Wat een hel. Het was er zo ontzettend smerig. Om 6 uur hadden we de wekker gezet. Om 5 over 6 stonden we buiten. Onze tanden hebben we gepoetst bij het tankstation naast het motel. Dat zag er immers een stuk beter uit. We stonken, maar goed we waren nu zo dichtbij.
We hebben besloten alsnog naar Terlingua te rijden. De bekendste spookstad van Texas. We kwamen er rond half 9 in de ochtend aan. Wat ontzettend gaaf. Er waren wat andere toeristen, maar voornamelijk was het verlaten huisjes en zand. Heel. Veel. Zand. Er was een barretje open. We bestelde daar ons ontbijt en we hebben daar heerlijk gegeten! Als je eten klaar was werd het omgeroepen met een microfoon en voor de rest zaten we daar maar gewoon een beetje. Tussen de cactussen en midden in de bergen. Het was gaaf!
Pascal regelde de route voor de terugreis. Dit keer niet de mooiste route, maar wel de snelste. Het was immers al 10 uur in de ochtend en we moesten nog 800 mile rijden of iets. Bleek toch verdikkeme gewoon dat die route ons recht door The Big Bend ging lijden. Kadootje jongens! We hebben dus nog een aantal uur kunnen genieten van de bergen en het uitzicht.
Langzamerhand kwam de snelweg in zicht en een aantal uur laten begonnen de eerste stadjes weer op te poppen. Weer een aantal uur verder van het signaal van onze telefoon ook weer terecht. Totdat wein de verte San Antonio weer zagen. We besloten terug te gaan naar The River Walk om daar dit keer wat te weten. We hebben het gezien in het donker, en dat was nog mooier dan in het licht! Nadat we gegeten hadden hebben we de laatste 3 uur afgelegd terug naar Houston. We konden we janken van geluk. We hadden in 36 uur bijna 2100 km afgelegd en Pas viel letterlijk om als ik hem een zetje gaf. Goed gedaan jonge, GGJ'tje. We leven nog.
Missen jullie!
Pas & Kees
Geweldig.
Veel liefs..
Blij dat jullie weer in de bewoonde wereld terug zijn gekeerd! Xxx😘